In 2015 deed ik onderzoek naar rolpatronen in
Nederlandstalige kinderboeken die in het voorgaande jaar het meest verkocht en
meest geleend waren, of die een prijs hadden gewonnen. Voor het grootste deel
waren dit boeken die recent waren gepubliceerd. Uit het onderzoek kwam naar
voren dat de rolpatronen in veel kinderboeken nog behoorlijk stereotiep zijn.
Moeders en vaders
Moeders zorgen in kinderboeken voor man,
kinderen en het huishouden, vaders werken buitenshuis, doen in het weekend
leuke dingen (met de kinderen) en hebben hobby’s. Mannen die het huishouden
doen zijn zeldzaam, net als vrouwen met een baan buitenshuis.
Vaak wordt er op een subtiele, impliciete
manier duidelijk wat de normen en verwachtingen zijn. Er wordt bijvoorbeeld
nergens gezegd dat vaders niets in het huishouden mogen doen, of dat dit een
taak voor de moeder is. Maar in de boeken zie je geen illustraties van vaders
die de was doen, en wel van moeders. Er wordt niet gezegd dat moeders niet
mogen werken, en dat dit een taak van de vader is. Maar in de boeken wordt niet
genoemd dat moeders aan het werk zijn, en wel dat vaders dat doen.
Meisjes en jongens
In de rollen van meisjes en jongens is de
afgelopen jaren wel iets veranderd, vooral bij boeken voor kinderen onder de
tien jaar. Daar zie je nu, in tegenstelling tot de jaren zeventig van de vorige
eeuw, veel stoere en ondernemende meisjes, en bange en onzekere jongens. Kinderen,
met name de hoofdpersonen, worden in veel boeken niet meer als ‘stereotiep
meisje’ of ‘stereotiepe jongen’ voorgesteld. Tegelijkertijd is het merendeel
van de hoofdpersonen in boeken voor kinderen onder de tien nog steeds
mannelijk, hebben jongens vaker een zelfstandige hoofdrol en meisjes vaker een
gedeelde hoofdrol, en zijn volwassen vrouwelijke hoofdpersonen in kinderboeken
vrijwel onvindbaar, in tegenstelling tot volwassen mannelijke hoofdpersonen.
In boeken voor kinderen boven de tien is de
situatie anders. Daar zie je steeds meer boeken die speciaal gericht zijn op
meisjes, óf op jongens. Soms staat het op de kaft geschreven, ‘kleurboek voor
jongens’, met draken, zwaarden en haaien of ‘kleurboek voor meisjes’, met
bloemen, vogels en sieraden. Of er komt, na een boek dat vooral populair is
onder jongens, zoals Leven van een loser,
een ‘meisjesvariant’, zoals Dagboek van
een muts. Gedragsalternatieven van meisjes en jongens lijken in deze boeken
weer te worden beperkt. Meisjes houden zich in de boeken vooral bezig met hun uiterlijk,
vriendschap, populair zijn en verliefdheid, terwijl jongens bezig zijn met
sport, hobby’s, vriendschap, en soms ook een beetje met verliefdheid.
Relevantie
Goed, er zijn dus nog veel stereotypen in
kinderboeken, net als in andere media. Maar wat maakt het uit? Kinderen willen
gewoon een leuk verhaal lezen, en ze letten daarbij toch helemaal niet op
dingen als stereotypen en rolpatronen?
Nee, daar letten de meeste kinderen inderdaad
niet op. Maar dat betekent niet dat ze het niet signaleren. En, voor een deel,
internaliseren. Het gaat deel uitmaken van hun beeld over hoe de wereld in
elkaar zit. Ze denken er meestal niet bewust over na, maar vinden het
vanzelfsprekend dat de beelden die ze steeds zien, weergeven hoe het hoort. Dat
beïnvloedt ook de keuzes die ze zelf maken en de onderwerpen waar ze interesse
in tonen of juist niet. En dat gaat best ver. Uit onderzoek blijkt dat genderstereotypen
invloed hebben op allerlei keuzes die kinderen (en volwassenen) maken, zoals de
muziekinstrumenten die ze bespelen, de boeken die ze voor zichzelf en anderen
selecteren en het speelgoed dat ze uitkiezen. Beeldvorming die steeds terugkomt,
beïnvloedt niet alleen het beeld dat mensen van anderen hebben, maar ook het
beeld dat ze van zichzelf hebben, en de verwachtingen waaraan ze willen
voldoen.
Meer diversiteit gewenst
Na het onderzoek sprak ik over de resultaten
met anderen. Ik bleek niet de enige te zijn die kinderboeken vaak ‘omgekeerd’
voorlas, zodat een vrouw eens iets slims zei, een man eens getroost moest
worden of een meisje eens dapper was. We begonnen ons steeds meer af te vragen
waarom die ‘andere’ boeken er niet gewoon waren. En we besloten om een
stichting op te richten, ‘Zo-ook’, die streeft naar meer diversiteit in
kinderboeken. Niet alleen op het gebied van gender, maar ook bijvoorbeeld op
het gebied van etniciteit, gezinsvormen, sociale achtergrond. Want ook op die
vlakken is er op dit moment bijzonder weinig diversiteit in kinderboeken.
Wat willen wij met deze stichting? Wat zou
volgens ons de ideale situatie zijn? En wat willen we niet? Om met het laatste
te beginnen: we willen geen sturende invloed uitoefenen op de keuzes die
kinderen later maken met betrekking tot studie, zorg en huishouden. Maar we
willen wel laten zien dat er veel meer mogelijk is dan ze nu vaak
voorgeschoteld krijgen. We hopen dat ze, door andere voorbeelden te zien, het
idee krijgen dat het niet vanzelfsprekend is dat vrouwen verantwoordelijk zijn
voor het huishouden en mannen voor het inkomen. Dat jongens het leuk mogen
vinden om met hun uiterlijk bezig te zijn, en dat het prima is als meisjes elke
ochtend het eerste kledingstuk dat ze tegenkomen uit de kast trekken. Dat
meisjes gefascineerd mogen zijn door programmeren, biologie of een sport, en
dat ook mogen laten merken. Dat jongens lief mogen zijn en een baan als
verpleegkundige of onderwijzer als een serieuze optie zien. Dat gezinnen niet
altijd bestaan uit een moeder, vader en kinderen. Dat, en nog veel meer. We
hopen dat kinderen zich vrij gaan voelen om dingen uit te proberen en om hun
interesses te volgen, zonder zich daarbij te laten beperken door gendernormen.
Vera Haket
is een van de oprichters van stichting Zo-ook. Ze werkt daarnaast als
zelfstandig schrijfster en onderzoekster.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten