vrijdag 10 maart 2017

Stereotypen in kinderboeken – Vera Haket

In 2015 deed ik onderzoek naar rolpatronen in Nederlandstalige kinderboeken die in het voorgaande jaar het meest verkocht en meest geleend waren, of die een prijs hadden gewonnen. Voor het grootste deel waren dit boeken die recent waren gepubliceerd. Uit het onderzoek kwam naar voren dat de rolpatronen in veel kinderboeken nog behoorlijk stereotiep zijn.

Moeders en vaders
Moeders zorgen in kinderboeken voor man, kinderen en het huishouden, vaders werken buitenshuis, doen in het weekend leuke dingen (met de kinderen) en hebben hobby’s. Mannen die het huishouden doen zijn zeldzaam, net als vrouwen met een baan buitenshuis.
Vaak wordt er op een subtiele, impliciete manier duidelijk wat de normen en verwachtingen zijn. Er wordt bijvoorbeeld nergens gezegd dat vaders niets in het huishouden mogen doen, of dat dit een taak voor de moeder is. Maar in de boeken zie je geen illustraties van vaders die de was doen, en wel van moeders. Er wordt niet gezegd dat moeders niet mogen werken, en dat dit een taak van de vader is. Maar in de boeken wordt niet genoemd dat moeders aan het werk zijn, en wel dat vaders dat doen.

Meisjes en jongens
In de rollen van meisjes en jongens is de afgelopen jaren wel iets veranderd, vooral bij boeken voor kinderen onder de tien jaar. Daar zie je nu, in tegenstelling tot de jaren zeventig van de vorige eeuw, veel stoere en ondernemende meisjes, en bange en onzekere jongens. Kinderen, met name de hoofdpersonen, worden in veel boeken niet meer als ‘stereotiep meisje’ of ‘stereotiepe jongen’ voorgesteld. Tegelijkertijd is het merendeel van de hoofdpersonen in boeken voor kinderen onder de tien nog steeds mannelijk, hebben jongens vaker een zelfstandige hoofdrol en meisjes vaker een gedeelde hoofdrol, en zijn volwassen vrouwelijke hoofdpersonen in kinderboeken vrijwel onvindbaar, in tegenstelling tot volwassen mannelijke hoofdpersonen.

In boeken voor kinderen boven de tien is de situatie anders. Daar zie je steeds meer boeken die speciaal gericht zijn op meisjes, óf op jongens. Soms staat het op de kaft geschreven, ‘kleurboek voor jongens’, met draken, zwaarden en haaien of ‘kleurboek voor meisjes’, met bloemen, vogels en sieraden. Of er komt, na een boek dat vooral populair is onder jongens, zoals Leven van een loser, een ‘meisjesvariant’, zoals Dagboek van een muts. Gedragsalternatieven van meisjes en jongens lijken in deze boeken weer te worden beperkt. Meisjes houden zich in de boeken vooral bezig met hun uiterlijk, vriendschap, populair zijn en verliefdheid, terwijl jongens bezig zijn met sport, hobby’s, vriendschap, en soms ook een beetje met verliefdheid.

Relevantie
Goed, er zijn dus nog veel stereotypen in kinderboeken, net als in andere media. Maar wat maakt het uit? Kinderen willen gewoon een leuk verhaal lezen, en ze letten daarbij toch helemaal niet op dingen als stereotypen en rolpatronen?
Nee, daar letten de meeste kinderen inderdaad niet op. Maar dat betekent niet dat ze het niet signaleren. En, voor een deel, internaliseren. Het gaat deel uitmaken van hun beeld over hoe de wereld in elkaar zit. Ze denken er meestal niet bewust over na, maar vinden het vanzelfsprekend dat de beelden die ze steeds zien, weergeven hoe het hoort. Dat beïnvloedt ook de keuzes die ze zelf maken en de onderwerpen waar ze interesse in tonen of juist niet. En dat gaat best ver. Uit onderzoek blijkt dat genderstereotypen invloed hebben op allerlei keuzes die kinderen (en volwassenen) maken, zoals de muziekinstrumenten die ze bespelen, de boeken die ze voor zichzelf en anderen selecteren en het speelgoed dat ze uitkiezen. Beeldvorming die steeds terugkomt, beïnvloedt niet alleen het beeld dat mensen van anderen hebben, maar ook het beeld dat ze van zichzelf hebben, en de verwachtingen waaraan ze willen voldoen.

Meer diversiteit gewenst
Na het onderzoek sprak ik over de resultaten met anderen. Ik bleek niet de enige te zijn die kinderboeken vaak ‘omgekeerd’ voorlas, zodat een vrouw eens iets slims zei, een man eens getroost moest worden of een meisje eens dapper was. We begonnen ons steeds meer af te vragen waarom die ‘andere’ boeken er niet gewoon waren. En we besloten om een stichting op te richten, ‘Zo-ook’, die streeft naar meer diversiteit in kinderboeken. Niet alleen op het gebied van gender, maar ook bijvoorbeeld op het gebied van etniciteit, gezinsvormen, sociale achtergrond. Want ook op die vlakken is er op dit moment bijzonder weinig diversiteit in kinderboeken.

Wat willen wij met deze stichting? Wat zou volgens ons de ideale situatie zijn? En wat willen we niet? Om met het laatste te beginnen: we willen geen sturende invloed uitoefenen op de keuzes die kinderen later maken met betrekking tot studie, zorg en huishouden. Maar we willen wel laten zien dat er veel meer mogelijk is dan ze nu vaak voorgeschoteld krijgen. We hopen dat ze, door andere voorbeelden te zien, het idee krijgen dat het niet vanzelfsprekend is dat vrouwen verantwoordelijk zijn voor het huishouden en mannen voor het inkomen. Dat jongens het leuk mogen vinden om met hun uiterlijk bezig te zijn, en dat het prima is als meisjes elke ochtend het eerste kledingstuk dat ze tegenkomen uit de kast trekken. Dat meisjes gefascineerd mogen zijn door programmeren, biologie of een sport, en dat ook mogen laten merken. Dat jongens lief mogen zijn en een baan als verpleegkundige of onderwijzer als een serieuze optie zien. Dat gezinnen niet altijd bestaan uit een moeder, vader en kinderen. Dat, en nog veel meer. We hopen dat kinderen zich vrij gaan voelen om dingen uit te proberen en om hun interesses te volgen, zonder zich daarbij te laten beperken door gendernormen.

Vera Haket is een van de oprichters van stichting Zo-ook. Ze werkt daarnaast als zelfstandig schrijfster en onderzoekster.

Het bovenstaande is gebaseerd op het onderzoek 'Mama snijdt een komkommer, papa leest de krant: rolpatronen in veelgelezen recente kinderboeken' (http://www.zo-ook.info/wp-content/uploads/2016/05/onderzoek-rolpatronen-in-kinderboeken.pdf).


Geen opmerkingen:

Een reactie posten