Naar David Foster Wallace: De oude, wijze vis
zwemt voorbij drie jonge visjes en zegt: ‘Goeiemorgen jongens, hoe is het water
vandaag?’. De visjes kijken elkaar verbaasd aan en mompelen: ‘Wat is in
godsnaam water?’
Zo is het ook met genderidentiteit. Het is
voor de meeste mensen zo evident als water voor een vis, dat ze er zich geen
vragen bij stellen. Ze zijn geboren als man en voelen zich ook zo. Of ze doen
dat als vrouw. Daaruit volgt de eenvoudige conclusie dat mensen of man of vrouw
zijn.
Ik voelde me lang als een vis op het droge.
Ik was geen man, maar mijn spiegelbeeld probeerde me daar wel van te
overtuigen. Geen man, dus moest ik wel een vrouw zijn, dacht ik. Vanbinnen. Het
genderteam van het UZ Gent helpt mensen om zich beter te voelen bij hun
spiegelbeeld. Maar wat zie je in de spiegel? Is je blik niet in grote mate
bepaald door wat de meerderheid als normaal ziet? Wie kijkt er met je mee?
Ik zou een vrouw worden, een niet-man. Dat
was het plan. Hormonen gaven een eerste zet. Ze veranderden mijn lichaam traag
maar gestaag. Om niet alleen mezelf, maar ook de rest van de wereld te
overtuigen, diende ik het genderspel mee te spelen. Om als vrouw te worden
gezien, moest ik mijn bewegingen, stemgebruik en kledingstijl aanpassen. Ik
lette erop dat ik geen te grote stappen zette, werkte met een logopediste aan
een hogere stem en ging uit winkelen met vriendinnen.
Toch voelde het niet juist. Alsof ik van de
ene kast in de andere kroop. Nu moest ik aan een ander beeld beantwoorden, dat
van de vrouw. Een beeld dat ik zelf had gevormd en dat ik aan mezelf oplegde.
Pas langzaam kwam het inzicht dat ik niet hoef te kiezen. Simpelweg omdat er
zoveel meer is dan enkel man of vrouw. Naast m en v is er ook x. Voor mij is x
een restgebied, witruimte. Ik voel me er als een vis in het water.
Selm Wenselaers (1983) is historicus en werkt
als programmator en dramaturg voor Frascati Theater. Hen woont in Amsterdam.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten